Meerjarencontract Buurtzorg en CZ adresseert personeelstekort
Bart Kiers
Buurtzorg Nederland heeft een meerjarencontract gesloten met zorgverzekeraar CZ. Speerpunt vormt het personeelstekort in de wijkverpleging. Het driejarige contract heeft een waarde van circa 200 miljoen euro. ‘Als aanbieders inzetten op zinvolle interventies, kan de zorgvraag in de wijkverpleging met 20 procent dalen.’
Buurtzorg heeft met alle grote zorgverzekeraars meerjarencontracten. CZ is de laatste waarmee dat is gelukt. In het verleden botste CZ vaak met Buurtzorg over contractvoorwaarden. Zo eiste CZ dat Buurtzorg onderdeel moest zijn van allerlei netwerksamenwerkingen in wijken rond specifieke thema’s als wondzorg en dementie. Buurtzorg-bestuurder Jos de Blok is geen voorstander van deze aanpak. ‘Als je aparte afspraken maakt over wondzorg of palliatieve zorg, krijg je kleine clubjes die zich daarop toeleggen. Dat leidt in de uitvoering tot fragmentatie en duurdere zorg. Vanuit het perspectief van cliënten is het ook niet goed als ze voor elke specialisme een andere verpleegkundige over de vloer krijgen.’
Buurtzorg en CZ
Dit keer hebben CZ en Buurtzorg een andere aanvliegroute gekomen. CZ heeft zich volgens De Blok heel pragmatisch en open opgesteld. ‘Combineer de beste afspraken uit de contracten met de andere drie grote verzekeraars was de vraag van CZ. We hebben met open vizier gesproken over wat we samen de belangrijkste thema’s vinden in de wijkverpleging.’
Personeelstekort wijkverpleging
CZ en Buurtzorg hebben drie hoofdthema’s geïdentificeerd voor de wijkverpleging. Het belangrijkste thema is het arbeidsmarktvraagstuk. ‘Heel verstandig’, zegt De Blok, ‘want in het zuiden is het personeelstekort het grootste.’ Andere thema’s zijn een generalistische invalshoek en meer ruimte voor preventie en e-health.
Generalistische wijkverpleegkundige
Het uitgangspunt van Buurtzorg en CZ is om generalistische wijkverpleegkundigen zoveel mogelijk taken te laten doen. Er komen dus geen gespecialiseerde teams voor specifieke thema’s als dementie, wondzorg of palliatieve zorg. ‘Als generalistische wijkverpleegkundigen die specialistische taken niet meer mogen doen, gaat dat ten koste van de variatie in het beroep. Als je het beroep wijkverpleegkundige aantrekkelijk wilt houden, moet je ze gevarieerd werk laten doen. Ze moeten juist zoveel mogelijk taken integreren. Je kunt dan ook aantrekkelijkere contracten aanbieden.’
CZ en wijkgerichte aanpak
CZ zegt niet een heel andere koers te varen ten aanzien van de toekomst van de wijkverpleging. De wijkgerichte aanpak is onverminderd belangrijk. Het contract met Buurtzorg is wel nieuw in de mate van uitwerking van de te bereiken doelen. ‘Buurtzorg is voor ons de grootste aanbieder van wijkverpleging. Het is belangrijk dat we daar een goed contract mee hebben’, zegt Yvonne van Hijnen, inkoper van CZ.
CZ en personeelstekort
Wat kan een zorgverzekeraar doen om het personeelstekort in de wijkverpleging terug te dringen? Van Hijnen: ‘Het belangrijkste dat CZ kan doen, is zorgaanbieders de ruimte bieden om een aantrekkelijke werkgever te zijn. Buurtzorg doet dat door de generalistische wijkverpleegkundige zoveel mogelijk te laten doen. Alleen specialistische verpleging als het moet.’
CZ en ziekenhuis-verplaatste zorg
Voor CZ is het verplaatsen van ziekenhuiszorg naar huis een speerpunt. Althans, als dat verantwoord kan qua kwaliteit en kosten. E-health-toepassingen kunnen daarbij helpen. Die kunnen het werk van wijkverpleegkundigen ook interessanter maken. Verder is voor CZ de inzet op preventie en zelfredzaamheid belangrijk. ‘Je kunt in de wijkverpleging veel zorg voorkomen als je er op tijd bij bent. Zelfredzaamheid vergroot je bijvoorbeeld door mantelzorgers te leren hoe ze hun zieke partner kunnen optillen.’
Jos de Blok: openheid
De Blok roemt de openheid in de gesprekken. Het helpt volgens De Blok ook dat er andere mensen aan tafel zitten. ‘Opvallend is dat een meerderheid van de gesprekspartners vrouw is. Dat geeft een andere dynamiek. We voeren ook geen onderhandelingen. We bespreken met open vizier wat we belangrijk vinden om samen te bereiken. Daarna kijk je hoe je de doelen bereikt tegen een redelijke vergoeding.’
Driejarig contract
Het meerjarencontract heeft een looptijd van drie jaar. Het vertegenwoordigt een waarde van circa 165 miljoen euro. Met CZ is een gemiddeld tarief afgesproken voor drie jaar, net zoals dat is gedaan in de contracten met Zilveren Kruis, Menzis en VGZ. Het tarief wordt geïndexeerd voor de OVA-ruimte.
Openheid over kosten en uitkomsten
Maar weinig aanbieders van wijkverpleging lukt het om met alle grote verzekeraars meerjarencontracten af te sluiten. Wat is het geheim van Buurtzorg? ‘Het vraagt wel wat van aanbieders. Wij zijn open en transparant over wat we doen, hoeveel dat kost en wat dat oplevert. Wij leggen onze kostprijs per cliënt op tafel en zorgverzekeraars mogen daar ook wat van vinden.’
Zelfredzaamheid en preventie
Buurtzorg blijft ernaar streven om de kosten per cliënt te verminderen. ‘Als je blijft inzetten op meer zelfredzaamheid en preventie, kan dat ook’, zegt de Blok. ‘Als alle aanbieders zouden inzetten op zinvolle interventies, daalt de zorgvraag in de wijkverpleging met 20 procent.’
Indicatiestelling
Dat lukt echter niet als zorgaanbieders de indicatiestelling en de uitvoering opsplitsen, stelt De Blok. ‘Een indicatiestelling is een momentopname van de zorgvraag. Om in te zetten op preventie en zelfredzaamheid moet je een relatie opbouwen met cliënten. Daarom moet je niet wijkverpleegkundigen hebben die alleen maar de indicatiestelling doen. Pas als je een relatie opbouwt met cliënten, zie je hoeveel ze zelf kunnen doen en kun je daarop anticiperen.’